Manifest ‘De rechtvaardige reisrevolutie’
- Kennisbank DTNP -
In het kader van de Open Oproep Wegen naar Welzijn van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie komen DTNP en Studio Verbinding met een manifest. In dit manifest is rechtvaardigheid het uitgangspunt voor een nieuw mobiliteitssysteem. We werken uit hoe dit mobiliteitssysteem eruit kan zien en vertalen dit naar ruimtelijke ontwerpen voor ‘modeldorpen’ Reek en Schaijk in de gemeente Maashorst.
In dit manifest stellen we voor om fundamenteel anders naar ons mobiliteitssysteem te kijken.
Alleen al vanuit klimaatoogpunt is dit hard nodig: in 2022 was de mobiliteitssector verantwoordelijk voor ca. 18,7% van de totale Nederlandse uitstoot. De mobiliteitstransitie moet ervoor zorgen dat we overstappen op ‘groene’ en gezonde verplaatsingen, maar duurzaamheid alleen blijkt tot dusver onvoldoende reden om deze transitie écht van de grond te krijgen. Er is dan ook behoefte aan een nieuw narratief dat de vastgelopen mobiliteitstransitie los kan wrikken.
Aanleiding
Rechtvaardigheid de sleutel
Een aanzienlijk deel van de samenleving (ca. 27% van de huishoudens) beschikt om uiteenlopende redenen niet over een auto. Zo heeft circa 2,5 miljoen volwassen geen rijbewijs, en telt Nederland daarnaast 1,4 miljoen jongeren (11 t/m 17 jaar) die niet (zelfstandig) met een auto hun bestemming kunnen bereiken. Deze groepen hebben daardoor een significant slechtere toegang tot voorzieningen, school, werk, zorg en andere zaken die essentieel zijn voor een prettig leven.
Wat ons betreft zou daarom niet efficiëntie centraal moeten staan in ons mobiliteitsdenken, maar rechtvaardigheid. In tegenstelling tot duurzaamheid, appelleert rechtvaardigheid aan een sterker gevoel van urgentie bij een brede groep mensen, doordat het concreter is wie er op korte termijn baat heeft bij een rechtvaardiger systeem. Rechtvaardigheid ontcijfert zo een code die duurzaamheid niet weet te kraken.
Focus op niet-stedelijk Nederland
Het denken over ‘nieuwe mobiliteit’ focust tot dusver vrijwel volledig op de grootste steden van ons land. Dit terwijl de bereikbaarheid van essentiële bestemmingen juist buiten die grote steden het meest onder druk staat. Vaak wordt vergeten dat het grootste deel van de Nederlanders (ca. tweederde) in een gemeente woont met minder dan 100.000 inwoners. Ons manifest richt zich daarom op de vele dorpen en kleinere kernen die ons land rijk is, en onderzoekt hoe een rechtvaardig mobiliteitssysteem er voor landelijk Nederland uit kan zien.

Bereikbaarheid voor iedereen

Waarom bereikbaarheid als basisrecht logisch is
Wij zien bereikbaarheid als een basisrecht. Jezelf kunnen verplaatsen is een randvoorwaarde om mee te kunnen doen in de samenleving. Een rechtvaardig mobiliteitssysteem garandeert dan ook een basisniveau van bereikbaarheid voor iedereen. Het idee van bereikbaarheid als basisrecht past bij de kernwaarden van de verzorgingsstaat die we in Nederland zorgvuldig hebben opgebouwd. We hebben in Nederland voor meer maatschappelijk relevante onderwerpen een ondergrens vastgesteld die we als samenleving acceptabel achten. Denk bijvoorbeeld aan het recht op huisvesting, het recht op onderwijs, het recht op basiszorg, het minimumloon of de bijstand. Maar deze basisrechten verliezen iedere waarde zodra iemand niet in staat is om zelfstandig een zorginstelling, school of werkplek te bereiken. Mobiliteit heeft dus, net als wonen, onderwijs en zorg, een grote sociale component. Het is dan ook niet meer dan logisch om als samenleving een basisniveau voor bereikbaarheid af te spreken, waar iedereen recht op heeft.
Voorstel voor een basisniveau aan bereikbaarheid
Ons voorstel voor het basisniveau bestaat uit een model op basis van drie ‘reistijdcirkels’. De binnenste cirkel bevat de belangrijkste voorzieningen die voor iedereen binnen handbereik moeten zijn. Dat zijn bijvoorbeeld voorzieningen die frequent bezocht worden (zoals een supermarkt) of die vanwege (mentale) gezondheid cruciaal zijn (zoals een ontmoetingsplek, sportvoorziening of huisarts). Verder naar de buitenste cirkels bevinden zich voorzieningen die ook onmisbaar zijn voor een gezond, prettig en gelukkig leven, maar waarvoor mensen het acceptabel vinden om iets langer te reizen of omdat ze niet dagelijks nodig zijn. Stedelijke voorzieningen als een bioscoop, het theater of een ruim winkelaanbod zijn hier goede voorbeelden van.
Het model is toepasbaar in iedere geografische context, waarbij stedelijke gebieden natuurlijk andere uitdagingen kennen dan kleinstedelijke en dorpse gebieden.
Kenmerken van een rechtvaardig mobiliteitssysteem

Nederland telt vele regio’s waar een ondermaats OV-systeem en de centralisatie van voorzieningen ervoor zorgen dat mensen zonder auto buiten de boot vallen. Om ook die inwoners een basisniveau van bereikbaarheid te kunnen bieden, moeten we het openbaar vervoer van een nieuwe impuls voorzien. Ons voorstel voor een rechtvaardig mobiliteitssysteem bestaat uit vier lagen:
- Een kwalitatief hoogwaardig HOV-netwerk om bij bestemmingen in andere dorpen of steden te komen. Deze dienst komt minimaal eens per kwartier in het centrum van iedere dorpskern van tenminste 1.000 inwoners. De centrale halte in de dorpskern fungeert daarnaast als hub waar aanvullende voorzieningen aanwezig zijn, zoals een goede fietsenstalling, deelfietsen en flexibel te gebruiken ruimtes om ook sociale functies te faciliteren (flexwerken, dorpshuis, spreekuur huisarts).
- Een onderliggend OV-netwerk, dat zorgt voor de fijnmazige bereikbaarheid binnen grotere dorpen, maar ook van belangrijke bestemmingen buiten de kernen, zoals een bedrijventerrein. Dit netwerk heeft een belangrijke functie voor bewoners die niet kunnen (of willen) fietsen. Het onderliggende OV-netwerk bevat ook aanvullend maatwerk voor mensen die niet in staat zijn om zelfstandig 500 meter te lopen (en waarvoor zelfstandig gebruik van het OV erg lastig is).
- Een aantrekkelijk en comfortabel netwerk van loop- en fietsroutes. Verplaatsingen binnen de dorpskern gebeuren hoofdzakelijk per fiets en te voet, en de inrichting van de openbare ruimte stimuleert het beoefenen van deze gezonde verplaatsingswijzen. Bewoners en bezoekers krijgen hier een prettige verblijfsomgeving en sfeervolle dorpskern voor terug.
- Autoluwe kern en (deel)auto aan de rand. In een rechtvaardig systeem is de kern autoluw, waarmee ruim baan ontstaat voor verplaatsingswijzen die voor iedereen toegankelijk zijn. Dit versterkt tegelijkertijd de concurrentiepositie van alternatieve vervoerswijzen ten opzichte van de auto, waardoor lopen, fietsen en het openbaar vervoer steeds vaker ook de snellere reisoptie zijn. De (deel)auto komt niet meer in de kern, maar vervult nog wel een rol in het bereikbaar houden van bestemmingen en gebieden daarbuiten. Vanaf deze rand zorgen loop-, fiets- en OV-verbindingen voor een goede verbinding met de dorpskern of het buitengebied.

Ruimtelijke uitwerking op dorpse schaal
Met rechtvaardigheid komt leefbaarheid
Het ontwerpend onderzoek naar ‘modeldorpen’ Reek (ca. 2.000 inwoners) en Schaijk (ca. 8.000 inwoners) laat zien dat de toepassing van een rechtvaardig mobiliteitssysteem enorme potenties met zich meebrengt op het vlak van leefbaarheid, gezondheid, verkeersveiligheid en duurzaamheid. Straat voor straat gaat over van verkeersruimte naar leefruimte; het domein om in te verblijven, veilig te spelen en elkaar te ontmoeten.
Interessant is bovendien dat door de afwezigheid van de auto het traditionele symmetrische straatprofiel kan worden losgelaten. Juist in smalle straten, zoals de Hoge Weg in Reek, geven ruimere aaneengesloten verblijfsruimten veel extra leefkwaliteit. Bovendien kan zo slim worden ingespeeld op bezonning of juist beschutting.



Superblock-strategie op dorpse schaal
De transitie naar een rechtvaardig mobiliteitssysteem, en de bijbehorende inrichting van straten als domein voor fietsers en voetgangers, gebeurt stap voor stap. Wij zien hier een superblock-strategie op dorpse schaal voor ons, waarbij steeds een aantal tussenstraten autoluw worden ingericht. Maaiveld-parkeren wordt deels gecompenseerd in gebundelde parkeeroplossingen (buurthubs), die flexibel ontworpen zijn, zodat latere herbestemming mogelijk blijft. Deze buurthubs zijn direct ook nieuwe ontmoetingsplekken, met ruimte voor kleinschalige festiviteiten, workshops, werkplekken, exposities, koffie drinken en spullen delen. In onderstaande illustratie is voor de buurthub een nieuw pleintje aangelegd, waar straatfeesten of buurtborrels georganiseerd kunnen worden.
Wat Reek en Schaijk tot modeldorpen maakt
Reek en Schaijk zijn gelegen in de ‘Stedenvlieger’ tussen Nijmegen, Den Bosch, Eindhoven en Venlo, een grote blinde vlek in ons OV-netwerk waar geen treinen rijden. Met ons ontwerpend onderzoek laten we zien dat zelfs in deze gebieden een rechtvaardig alternatief mogelijk is en vooral enorm veel oplevert. Een volwaardig HOV-netwerk voor de Stedenvlieger kost zo’n €65 miljoen. Voor heel landelijk Nederland gaat het om ongeveer €440 miljoen. Ter vergelijking: als samenleving betalen we nu €1,5 miljard per jaar voor een accijnsverlaging op fossiele brandstoffen, waarvan slechts 2% daadwerkelijk terechtkomt bij de meest kwetsbare huishoudens. Het is dus maar net welke keuzes we met elkaar willen maken.


Weten wat u kunt doen om de rechtvaardige reisrevolutie te steunen?
Tel: 06 1520 8784 | Mail: veenstra@dtnp.nl