Het gaat lang niet overal goed op de markt. Marktkooplieden moeten concurreren met super­markten, discountketens en toenemende online verkoop. Dit heeft vooral gevolgen voor de non-food­sector op de markt. In de afgelopen tien jaar is het aantal marktonder­nemers in de branchegroep mode en textiel met circa 20% afgenomen. Daar staat tegenover dat het aantal foodondernemers toeneemt. Volgens het CBS schommelt het aantal marktonder­nemers dan ook al jarenlang rond de 11.000. 

Op initiatief van CVAH en in opdracht van BOAH stelde adviesbureau DTNP een toekomstvisie voor de warenmarkten op: ‘Proeven en ontmoeten, de kracht van de ambulante handel’. 

Kwaliteiten en trends die perspectief geven

De menselijke maat, even gezellig buiten en onder de mensen zijn, een-op-een-advies van de vakman, dat zijn de onderscheidende kwaliteiten van de markt, dat is wat de markt anders maakt dan een supermarkt, een discounter en zeker dan internet!  Door die extra’s heeft de ambulante handel nog altijd een toe­gevoegde waarde. En consumenten hebben steeds meer aandacht voor de herkomst van voedsel, en voor hun eigen gezondheid en eetpatroon. Ze gaan vaker de deur uit om elkaar te ontmoeten of om buitenhuis in een gezellige sfeer te eten. Ze willen wat meemaken. De markt kan hier zeker op inspelen!

Vers als basis, non-food als plus

Een goed versaanbod, met naast de bekende viswagen of bloemenstal ook andere ambachtelijke versconcepten, zoals kant-en-klaarmaaltijden of de ‘vergeten­groentenkraam’ maakt de markt aantrekkelijker voor de moderne klant. En als er dan ook nog specialisten zijn die assortiment verkopen dat in het lokale centrum niet meer te krijgen is, bijvoorbeeld schoenen of dierbenodigdheden, wordt de markt voor steeds meer mensen een prima bezoekdoel. Op grotere markten kan ‘superspecialisatie’ van de vakman in niche-assortimenten, zoals Texelse wol of houten speelgoed of de ambulante fietsenmaker, weer andere doelgroepen aanspreken.

De markt als evenement

Met bijvoorbeeld een fruitverkoper met een smoothiemachine, een gezamenlijke terrasruimte bij een aantal kramen, een deel van de markt als foodcourt, of zelfs met live-muziek, een kookclinic of een chocoladeworkshop wordt de markt een klein festivalletje. Een wekelijkse beleving waar je je vrienden kan ontmoeten en lekkere dingen kunt eten, trekt ook jongere bezoekers naar de markt! Warenmarkten kunnen letterlijk een centrale rol spelen in de lokale ont­moetingsfunctie van een dorps- of stadcentrum.

Lokaal de kansen pakken

Waar de beste kansen liggen voor het aantrekkelijker maken van de markt verschilt per situatie. Dit hangt onder meer samen met de omvang en samenstelling van de potentiële bezoekersgroep. Lokaal maatwerk is daarom de oplossing.

Los durven komen van de vaste patronen

Voor veel niet-bezoekers is de warenmarkt ‘iets van vroeger’, terwijl door het ambulante karakter de markt juist zeer goed op vernieuwingen in zou kunnen spelen. Doordat ondernemers zekerheid nodig hebben of doordat er in de openbare ruimte beperkingen zijn kan het lastig zijn vernieuwingen door te voeren. Toch is het slim om te kijken welke gewoontes je kan doorbreken en welke concepten je toe kan voegen. Versterken wat goed is en niet blijven hangen in het verleden!

Vernieuwingstraject over twee sporen

Er zijn twee belangrijke factoren die je kan beïnvloeden én die bijdragen aan het in stand houden van een warenmarkt die ertoe doet, namelijk de afstemming van de warenmarkt op de behoeften van de bezoekers, en het waar wenselijk vernieuwen van regelgeving en organiserend vermogen.

Spoor 1 Analyse lokale behoeften

Een goede markt sluit aan op de lokale behoeften. Gericht markt­onderzoek of een gemeenschappelijke visie zijn bij markten echter zeldzaam. Hiermee ‘blijft alles hoe het was’ en mis je kansen. Een goede en onafhankelijke analyse van de lokale kansen vraagt om profes­sionele aandacht en specifieke kennis. Bijvoorbeeld kennis over consumentengedrag en over andere markten.

De centrale vragen bij die analyse zijn:

  • Wat zijn de lokale/regionale consument­behoeften?
  • Hoe kan de huidige situatie van de markt worden beoordeeld?
  • Welke kansrijke vernieuwingen zijn gewenst?

Praktijkvoorbeelden ‘afstemmen op publiek’

Bij de ene markt is een gun­stige prijs-kwaliteitverhouding belangrijk, zoals bijvoorbeeld op de markten van Winterswijk en Val­kenswaard, waar het aanbod is afgestemd op onze ooster- en zuiderburen. Op andere markten, zoals in Groningen en Haarlem, waar veel hoogopgelei­den wonen, is hoogwaardig (bio­logisch) assortiment kansrijk gebleken. Ook etenswaren die ter plekke gegeten kunnen worden, kunnen de markt versterken, zoals in Zaanstad, waar studenten en werkenden in hun lunchpauze de markt be­zoeken.

Spoor 2 Bijstellen regelgeving

Een bepaalde mate van zekerheid is belangrijk voor een ondernemer om investering­en te durven doen. De regels zijn echter vaak verouderd en te veel gericht op behoud van het bestaande. Investeringen en vernieuwing worden dan juist bemoeilijkt. Deze regels bijstellen en de markt aansturen en promoten kan dan zeker bijdragen aan een betere markt.

Om dit te bereiken kan je aan de volgende ‘knoppen’ draaien:

  • maatwerk voor afmetingen en (eigen) materiaalgebruik door ondernemers;
  • maatwerk bij het anciënniteitsstelsel (mogelijkheid schuiven in de opstelling);
  • maatwerk bij nieuwe toetreders (o.a. sollicitatie i.p.v. loting en proeftijd);
  • maatwerk bij vergunningduur ( balans tussen kans krijgen op toetreding en recht doen aan de terugverdientijd);
  • best passende organisatiemodel (centrale aansturing bij gemeente en/of de marktmeester of de ondernemers).

Praktijkvoorbeeld ‘afmetingen en materiaal’

Beperken­de eisen aan het formaat van het eigen materiaal van marktondernemers schieten soms hun doel voorbij. Zolang een goede door­loop en ruimte voor de hulpdiensten gewaarborgd worden zijn alleen nadere kwaliteitseisen nodig. Investeringen door ondernemers, met de eigen verkoopwagen als onderdeel van het ondernemersconcept, komen ten goede aan de gewenste beleving op de markt. Professionele foodwagens en aantrekkelijke uitstallingen trekken publiek aan, zoals op de weekmarkten van bijvoorbeeld Valkenswaard en Groningen is gebleken.

Praktijkvoorbeeld ‘organisatiemodel’

Een ‘centrale aanstuur­der’, die verstand van zaken en een bepaalde beslissingsbe­voegd­heid heeft, kan de markt ook enorm versterken. Welke vorm het beste werkt, hangt wederom af van de lokale situatie, zoals de werkwijze van de gemeente en de behoefte aan (promotionele) activiteiten.

Voor de centrale aansturing zijn grofweg drie werkbare modellen denkbaar:

  • Gemeentelijke markt met betrokken marktmeester (en bestuurder): ‘model Maastricht’; de betrokken marktmeester en portefeuillehouder hebben de woensdagmarkt hier succesvol ‘gereanimeerd’.
  • Gemeentelijke markt met vrijheid voor een betrokken frontman tussen de kooplieden: ‘model Haarlem’, waar de visondernemer op de Botermarkt met alle collega’s een aantrekkelijke versmarkt runt.
  • Verzelfstandigde markt met een bestuur en marktmanager: ‘model Nieuwegein’; de weekmarkt wordt centraal aangestuurd en de marktmanager heeft zitting in het binnenstadsmanagement.

Tot slot: de gemeente als strategische partner

De warenmarkt verdient het om bestuurlijk en organisatorisch hoger op de agenda te komen als belangrijke voorziening en ‘wekelijks evenement’ in het centrum. Gelukkig zien steeds meer gemeentes dit in!

Lokaal aan de slag? Bel gerust!

Wij denken graag met u mee over de lokale kansen voor uw warenmarkt. Hoe groot is het verzorgingsgebied? Welke beleving zoekt ieder doelgroep? En hoe kan de ruimtelijke inpassing hier aan bijdragen? DTNP heeft landelijk ruime ervaring in de ambulante handel, zowel op het gebied van regelgeving, branchering als ruimtelijke opstelling, waarmee we u graag van dienst zijn.

Bel06 152 348 50 | Mail: eijkelkamp@dtnp.nl

Rik Eijkelkamp

Planoloog - Directeur, DTNP