Onderzoek detailhandel en horeca Strandeiland Amsterdam

Passende omvang detailhandels- en horecaprogramma in nieuwe woonwijk

Op het kunstmatige Strandeiland in Amsterdam wonen over enige jaren meer dan 20.000 mensen. Wij onderzochten hoeveel detailhandel, overige voorzieningen en horeca er straks voor die bewoners, maar bij de horeca ook zeker voor andere Amsterdammers, haalbaar is. 

Locatie: Strandeiland Amsterdam
Type advies: haalbare hoeveelheid detailhandel, publieksgerichte voorzieningen en horeca
Jaar: 2020
Opdrachtgever: gemeente Amsterdam
Projectteam DTNP: Rik Eijkelkamp

Nieuw stuk Amsterdam

Aan de oostkant van Amsterdam wordt momenteel gewerkt aan het realiseren van een nieuw, kunstmatig eiland: Strandeiland. Op dit eiland aan de IJburgbaai zullen in de eindsituatie naar ver­wachting ruim 20.000 mensen wonen. De eerste woningen zullen in 2025 worden gebouwd en in 2040 is dit project naar verwachting afgerond. Het stedenbouwkundig plan is in 2019 door het college vastgesteld.

De gemeente heeft 10.000 m² brutovloeroppervlak (bvo) aan detailhandel en publieksgerichte dienstverlening, en 8.000 m² bvo aan horeca opgenomen in het voorzieningenprogramma. De Adviescommissie Detailhandel Noord-Holland Zuid (ADZ) verzocht de gemeente Amsterdam om, ten bate van het bestemmingsplan dat de gemeente voor Strandeiland opstelt, het haalbare programma voor detailhan­del en horeca nader te onderzoeken/staven.

 

Met een DPO 2.0 kwantitatieve en kwalitatieve behoeften in beeld

Het bepalen van de omvang van een toekomstig detailhandelsprogramma is geen exacte wetenschap waarbij tot op de meter nauwkeurig berekend kan worden wat passend is. We hebben dan ook op vier ver­schillende wijzen beredeneerd wat een kwantitatief en kwalitatief passende omvang kan zijn: aan de hand van trends en ontwikkelingen in de winkelmarkt, met behulp van een distributie-planologisch onderzoek (dpo) en een benchmarkanalyse en aan de hand van de DTNP-formulebank, waarin we vestigingseisen en groeiambities van de grote Nederlandse winkelformules bijhouden.

Voor de benchmark keken we vanzelfsprekend vooral naar hoogstedelijke referenties. De voorzieningendichtheid in Amsterdam laat zich immers alleen met de andere grootste steden in het land vergelijken. Ook de mobiliteitskeuzes voor Strandeiland, gericht op hoogwaardige openbaarvervoer- en fietsverbindingen en een laag eigen autobezit, heeft invloed op hoe het koop- en bezoekpatroon van toekomstige inwoners eruit zal zien.

Wijkgerichte én wijkoverstijgende horeca

We bekeken ook de potenties voor horeca in de nieuwe wijk. Daarbij ging het om wijkgerichte horeca, in deze zelfvoorzienende wijk met een laag autobezit, en om wijkoverstijgende horeca. De potenties van horeca hangen sterk af van de kwaliteit van de locatie en de match van het horecaconcept met het aanwezige publiek. Een marktruimteberekening voor horecasectoren is per definitie slechts een eerste indicatie. Voor Strandeiland zijn, door de aanwezigheid van strand en water, meerdere kansrijke horecaconcepten te bedenken. Tegelijk is juist in Amsterdam het horeca-aanbod al gigantisch en is er aan gave plekken en concepten geen gebrek. Voor ons dus een leuke uitdaging om met een passende ambitie en een goede onderbouwing toch echt iets speciaals voor de toekomstige bewoners van Strandeiland en alle andere Amsterdammersneer te zetten. Een boulevardachtige setting en één of meer strandtenten zijn bijvoorbeeld kansrijke toevoegingen in de hoofdstad.

Rik Eijkelkamp – Projectleider: “De woningbouwopgave in Nederland is groot. Het inbreiden, transformeren en toevoegen van grote aantallen woningen in de Nederlandse steden gaat gepaard met extra potentieel voor en behoefte aan voorzieningen, waaronder winkels, horeca en andere publieksgerichte functies. Gemeenten zullen hier ruimte voor moeten bieden, zonder de bestaande voorzieningenstructuur uit het oog te verliezen. DTNP duidt met een behoefte- en effectenanalyse graag de impact van extra inwoners op de aanbodstructuur voor u. In die herijking van de gewenste winkel- en horecastructuur nemen we nadrukkelijk ook de beleidsambities mee, zoals bijvoorbeeld het beperken van verkeersbewegingen in de 10-minutenstad.”