Menu

Producten

Gebiedsvisie en ontwerp

Sectorale visie en beleid

Onderzoek en veldwerk

Strategie en proces

Kennisbank

Projecten

Over ons

Resultaten bezoekersonderzoek 2021: corona-ommetjes, inhaalshoppen en hybride centra
Monitoronderzoek middelgrote centra voor het eerst uitgevoerd sinds corona

Al jaren voert DTNP, in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen, bezoekersonderzoek uit in middelgrote centra. Vanwege de sterke beperkingen door de coronamaatregelen voor de winkel- en horecasector die sinds maart 2020 steeds weer van kracht waren, werd het onderzoek vorig jaar niet uitgevoerd. Pas in het tweede kwartaal van 2021 konden de enquêteurs na een lange lockdownperiode weer op pad. Aangezien de betreffende steden ook in eerdere jaren zijn onderzocht konden we de resultaten vergelijken met de situatie in het ‘oude normaal’, van voor corona.

Opvallend is met name de toename aan kort recreatief verblijf in het centrum. De bezoekers maken meer ‘ommetjes’, gewoon ‘omdat het centrum leuk is’. In verhouding zijn er verder minder bezoekers die voor de boodschappen komen, en meer voor overig winkelbezoek. Hierbij moet wel de kanttekening geplaatst worden dat de resultaten mogelijk zijn beïnvloed doordat de coronamaatregelen in juni 2021 (tijdens het onderzoek) verder werden versoepeld en winkelbezoek zonder beperkingen na een lange periode weer mogelijk was.

Daarnaast wordt een grotere trendlijn wederom bevestigd: het middelgrote centrum vervult een functie voor de frequente en gerichte aankopen, maar ook als sociale ontmoetingsplek. De bezoeker komt voornamelijk uit de eigen kern en verblijft korter in het centrum. Zo krijgt het middelgrote centrum steeds meer een lokale en hybride functie.

13.000 enquêtes in 30 centra
Samen met studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen voerde DTNP een bezoekersenquête uit in middelgrote centra in ons land. Sinds 2014 werden in totaal 12.819 enquêtes afgenomen in 30 centra. Zo worden feitelijke cijfers verzameld over het gebruik van centra en het daadwerkelijke gedrag van bezoekers in die centra. Op basis hiervan kan een beeld gevormd worden van het bezoekersprofiel, bijvoorbeeld waar de bezoeker vandaan komt (lokaal of regionaal bezoek) en hoe vaak winkels en horeca in combinatie worden bezocht.

Resultaten grote dorps- en kleine stadscentra
In het bezoekersonderzoek van 2021 zijn 1.240 enquêtes afgenomen in zes centra. Om de resultaten te kunnen vergelijken met voorgaande onderzoeken zijn centra uit twee categorieën gekozen. Enerzijds zijn dat de grote dorps- en kleine stadscentra Gorinchem, Waalwijk en Wijchen (grootteklasse 20.000 – 40.000 m² winkelvloeroppervlak). Deze centra zijn in 2015 en 2018 al onderzocht. Anderzijds hebben we onderzoek gedaan in de grotere stadscentra Doetinchem, Ede en Hengelo (grootteklasse 40.000 – 60.000 m² winkelvloeroppervlak). Deze zijn voor het laatst onderzocht in 2016 of 2017. De zes centra geven gemiddeld een goed totaalbeeld voor de middelgrote centra in Nederland. In dit bericht en in komende nieuwsberichten nemen wij u mee in de belangrijkste resultaten van dit jaar en in de opvallende verschillen met de resultaten van voorgaande jaren uit dezelfde centra.

2021 – invloed van corona
De coronamaatregelen hebben er sinds maart 2020 voor gezorgd dat de winkelstraten maandenlang, met name in de wintermaanden, minder bezocht werden. Beperkende maatregelen voor winkels zorgden ervoor dat online aankopen exponentieel stegen. Webwinkels, bestel- en bezorgingsservices werden ineens flink uitgebreid, van zowel de zelfstandige ondernemers als de (supermarkt)ketens. Daarnaast zorgde de gesloten horeca ervoor dat ook een recreatief bezoek aan een café of terras uitbleef. Mogelijke effecten van deze maatregelen en veranderingen in het (winkel)gedrag nemen wij mee in het duiden van de resultaten uit ons onderzoek.

Meer verblijven en meer horecabezoek; winkelbezoek iets minder dominant
In totaal kwam 60% van de bezoekers voor boodschappen of andere gerichte aankopen naar de verschillende centra. Dit was in de voorgaande jaren 66% (onderzoeksresultaten uit dezelfde centra in 2016, 2017 of 2018). Het aandeel bezoekers dat naar het centrum kwam om ‘recreatief te verblijven’ (denk aan struinen door het centrum of bezoek aan de horeca) is met 21% daarentegen groter. In voorgaand onderzoek was dit nog 15%. Het aandeel ondervraagden dat de horeca bezocht tijdens hun verblijf in het centrum is vrijwel gelijk gebleven (circa 17%). Hier valt echter wel een verschil op tussen de grootteklassen van de centra: in de grotere stadscentra is het aandeel horecabezoekers gegroeid van 15% in 2016/2017 naar 19% in 2021. In de kleine stadscentra is dit aandeel licht gedaald, van 18% in 2018 naar 15% in 2021.

In de afgelopen jaren was van klassiek recreatief winkelen in de middelgrote centra steeds minder sprake. In de kleine centra bleek het aandeel bezoekers dat hiervoor naar het centrum kwam wederom afgenomen (van 17% naar 14%). In de grotere stadscentra steeg het aantal bezoekers dat kwam om te winkelen echter (van 20% naar 23%). Een mogelijke verklaring voor dit verschil is dat in het voorjaar van 2021 de bezoekers in de grotere stadscentra na een lange periode van harde lockdown weer met minder beperkende maatregelen konden gaan ‘shoppen’.
Er werden in alle centra minder winkels bezocht: gemiddeld 1,8. In de kleine stadscentra was dit in 2018 nog gemiddeld 2,3 en in de grotere stadscentra gemiddeld 1,9. In de kleine stadscentra bezocht maar 4,8% van de bezoekers meer dan 4 winkels (2018: 9,4%). In de grotere stadscentra waren dit er nog minder, namelijk 3,7% (2016/2017: 6,2%).

Meer lokaal bezoek en een korter verblijf
Het (veranderende) bezoekdoel en -gedrag gaat samen met het voornamelijk lokale publiek in de centra. Maar liefst 80% woont binnen 8 kilometer van het centrum, overigens hetzelfde aandeel als in voorgaande jaren. Dit geldt voor beide grootteklassen. Ook wijzen de onderzoeken van voorgaande jaren erop dat de centrumbezoeker steeds korter in het centrum verblijft. Het aandeel bezoekers dat minder dan een uur in het centrum verbleef is ook dit jaar weer enkele procentpunten gestegen tot circa driekwart (72%). Enkele jaren terug was dit aandeel in dezelfde centra iets lager (70%).

Bezoekfrequentie sterk beïnvloed door coronamaatregelen
In alle centra hebben de coronamaatregelen zichtbaar invloed gehad op de bezoekfrequentie. Slechts 33% van de bezoekers gaf aan het centrum tijdens de lockdown (gesloten winkels of winkelen op afspraak, gesloten horeca, etc.) minstens één keer per week te hebben bezocht. Ter vergelijking: in de situatie vóór corona kwam 68% van de bezoekers elke week of vaker naar het centrum. 39% van de bezoekers gaf daarnaast aan tijdens de lockdown het centrum één keer per maand of minder te hebben bezocht (vóór corona: 20%). Tijdens de versoepelingen, de periode waarin dit onderzoek is uitgevoerd (voorjaar 2021), steeg de bezoekfrequentie alweer aanzienlijk; 57% van de bezoekers gaf aan het centrum elke week of vaker te bezoeken, en een kwart (26%) gaf aan één keer per maand of minder naar het centrum te komen.

De verwachting voor de bezoekfrequentie als er geen beperkende maatregelen meer gelden (geen anderhalve meter afstand, geen beperkingen voor aantallen, etc.) is vergelijkbaar met de situatie vóór corona: 66% geeft aan het centrum wekelijks te gaan bezoeken (vóór corona: 68%).

Naar een lokale en hybride functie
In de onderzochte centra zijn met name bezoekers uit de directe omgeving te vinden (minder dan 8 kilometer afstand tot het centrum). Circa tweederde komt in het centrum om boodschappen te doen of voor een doelgerichte aankoop. Al jaren worden gemiddeld minder winkels bezocht en verblijft de centrumbezoeker steeds vaker minder dan een uur in het centrum. Tegelijkertijd neemt het aandeel bezoekers toe dat voor recreatief verblijf naar het centrum komt. Al deze factoren samen laten zien dat zowel het kleine als het middelgrote stadscentrum steeds duidelijker een lokale en hybride functie krijgt; naast een functie voor boodschappen en gerichte aankopen heeft het centrum ook een steeds duidelijkere sociale ontmoetingsfunctie voor de inwoners uit de eigen kern.

Ander gebruik, andere randvoorwaarden
De hybride functie als gericht koop- én ontmoetingscentrum vraagt om de juiste balans in de functioneel-ruimtelijke randvoorwaarden van het centrumgebied. Met name op het gebied van de centrumopzet (routing en functieprofielen), lokale eigenheid (herkenbaar en vertrouwd), bereikbaarheid en het gebruik van de openbare ruimte zijn lokaal noten te kraken. Hoe groot kan het centrum zijn? Welke kwaliteiten dragen bij aan de identiteit en herkenbaarheid van het centrum? Hoe mix je andere (sociaal-maatschappelijke) centrumfuncties in het winkelgebied? Maak je parkeerplaatsen direct voor de deur of wil je dat de bezoekers kunnen rondlopen in een aantrekkelijk voetgangersgebied? Hoe groot kan dat voetgangersgebied nog zijn en mag je er wel of niet fietsen? Hoe ver weg komen de parkeerplaatsen?

Snel en makkelijk versus lekker zitten en bijpraten
Naar verwachting loont het voor praktisch alle middelgrote centra om gebruiksgemak (boodschappen doen) en verblijfskwaliteit (ontmoeten en verblijven) optimaal te faciliteren, ondanks de deels tegenstrijdige randvoorwaarden die dit aan deze centra stelt. De uiteindelijke keuzes kunnen per centrum en per deelgebied van het centrum verschillen. Dit vraagt om maatwerk, waarbij onder meer deze vragen van belang zijn: Vindt er toeristisch bezoek plaats? Zijn er ook in de wijken supermarkten? Hoe is de lokale samenstelling en leefstijl van de huishoudens?

Volgende keer meer
In ons volgende bericht over het middelgrote-centra-onderzoek wordt ingegaan op de steeds belangrijkere recreatieve verblijfsfunctie van een centrum. Heeft u intussen vragen? Neem dan contact op met Frederike Schneider.

Nieuwsbrief
Deze website maakt gebruik van cookies voor het verzamelen van anonieme gebruikersstatistieken. Meer informatie