Menu

Producten

Gebiedsvisie en ontwerp

Sectorale visie en beleid

Onderzoek en veldwerk

Strategie en proces

Kennisbank

Projecten

Over ons

Zo kan een rechtvaardig mobiliteitssysteem voor kleinstedelijk en dorps Nederland eruitzien!

Hoe ziet de wereld eruit als bereikbaarheid gezien wordt als een basisrecht? Deze vraag staat centraal in het onderzoek van DTNP en Studio Verbinding voor de Open Oproep ‘Wegen naar Welzijn’. In dit tweede deel van de reeks over de uitkomsten van dit onderzoek gaan we in op de vraag hoe een rechtvaardig mobiliteitssysteem van het kleinstedelijk en dorpse gebied er concreet uit kan zien. In deel 1 van deze reeks lieten we zien wat volgens ons een basisniveau aan bereikbaarheid voor iedereen zou moeten zijn.

Geen plek voor de privéauto in een rechtvaardig mobiliteitssysteem
Een significant deel van de samenleving beschikt om uiteenlopende redenen niet over een auto en wordt door het huidige mobiliteitssysteem, dat vrijwel volledig op de auto ingericht is, daardoor achtergesteld. Van de Nederlandse huishoudens met een lager dan gemiddeld inkomen heeft de helft van de huishoudens geen auto voor de deur staan. Ook beschikken circa 2,5 miljoen volwassenen niet over een rijbewijs. Nederland telt daarnaast 1,5 miljoen jongeren (11 t/m 17 jaar) die niet (zelfstandig) hun bestemming kunnen bereiken, maar die behoefte wel hebben. En dan zijn er nog relatief grote groepen die niet (meer) durven of kunnen autorijden (ca. 450.000) en blinden of slechtzienden (300.000) die volledig leunen op het openbaar vervoer. En juist voor dit openbaar vervoer is buiten de grote stad onvoldoende economisch draagvlak, doordat zoveel potentiële gebruikers iedere dag de eigen auto pakken. De privéauto, door velen gezien als icoon van vrijheid, beperkt dus ook grote groepen in hun vrijheid.

Deelauto’s niet de oplossing in kleinstedelijk en dorps gebied
In kleinstedelijke context knelt het huidige mobiliteitssysteem voornamelijk door de onrechtvaardigheid die de autodominantie met zich meebrengt. Een overstap naar een situatie waarin iedereen de deelauto gebruikt lost in kleinere dorpen weinig problemen op. Enerzijds doordat deelauto’s nog altijd niet toegankelijk zijn voor mensen die geen auto kunnen of mogen rijden. Anderzijds door de ruimte die deelauto’s innemen: momenteel staan veel privéauto’s in kleinere dorpen namelijk geparkeerd op eigen terrein, terwijl deelauto’s altijd in de openbare ruimte staan, om voor iedereen beschikbaar te zijn. In kleinere dorpen zorgen deelauto’s dus in potentie juist voor een groter ruimtegebruik in de publieke ruimte. Dit is een duidelijk verschil met de situatie in de grote stad, waar deelauto’s op dit moment juist wel kunnen bijdragen aan een situatie met minder ‘blik’ op straat.

De gelaagdheid van een rechtvaardig systeem: ruim baan voor het OV, fietsen en lopen
Een écht inclusief mobiliteitssysteem voor het kleinstedelijke en dorpse deel van Nederland wordt gebouwd op het openbaar vervoer, de privéauto staat hierin niet langer centraal. Mits goed georganiseerd zorgt het openbaar vervoer ervoor dat iedereen mee kan doen in onze samenleving. En ‘goed georganiseerd’ betekent dat het op loopafstand toegankelijk is, frequent rijdt en mensen snel bij hun bestemming brengt. Een rechtvaardig mobiliteitssyteem voor het kleinstedelijke en dorpse gebied dat voor iedereen een basisniveau aan bereikbaarheid garandeert, is opgebouwd uit de volgende lagen:

1. Een frequent en kwalitatief hoogwaardig HOV-netwerk, om snel bij bestemmingen in andere dorpen of steden te kunnen komen. Een bus die voor dorpen doet wat de trein doet voor de grotere steden; met de fiets naar de HOV-halte, om vanaf daar vlot de reis te vervolgen. Het verbindt verschillende dorpscentra, met zo min mogelijk tussenstops. De HOV-hub bevindt zich midden in het dorpscentrum en is als goed bereikbare plek prima te combineren met allerlei voorzieningen, zoals een winkel, een huisarts, een buurthuis en/of een café.
2. Een onderliggend fijnmazig OV-netwerk, met voor iedereen in een dorp een halte op maximaal 500 meter lopen. Deze combinatie van normale bussen en vraaggestuurd vervoer rijdt ook langs belangrijke bestemmingen tussen de dorpskernen (zoals bedrijventerreinen).
3. Een aantrekkelijk en comfortabel netwerk van loop- en fietsroutes, met veel zitgelegenheden en andere faciliteiten. Hiervoor is in kernen zonder auto’s alle ruimte.
4. Park&Ride-locaties aan de rand van een dorp, met deelauto’s en goede verbindingen voor fietsers en voetgangers. Deelauto’s zijn in een rechtvaardig mobiliteitssysteem voornamelijk een oplossing voor echt afgelegen gebieden, buiten de bebouwde kom.

Een lonkend perspectief voor Reek en Schaijk
Een rechtvaardig vervoerssysteem zorgt als vanzelf voor een wereld aan nieuwe mogelijkheden. Dit hebben we laten zien voor de dorpen Reek en Schaijk in de gemeente Maashorst, die illustratief zijn voor kleinstedelijk en dorps Nederland. Doordat de auto geen rol meer heeft, komt er een enorme hoeveelheid ruimte vrij. Niet langer domineert de vierwieler het publieke domein. In veel straten staan de voetganger en de fietser volledig centraal. Maar ook daar waar het openbaar vervoer rijdt, wordt een zee aan ruimte gewonnen, doordat parkeerplaatsen niet meer nodig zijn en verschillende soorten vervoer niet meer strikt gescheiden hoeven te worden. Een nieuwe wereld ontstaat. Een wereld waar de straat weer gezien wordt als het domein van mens en natuur. Straten waar verschillende gebruiken naast elkaar kunnen bestaan, omdat het veilig is en omdat er ruimte voor is. Eindelijk kan ook kleinstedelijk Nederland zien wat de mobiliteitstransitie hen oplevert. De mogelijkheden zijn eindeloos, er zijn talloze nieuwe wegen naar welzijn om in te slaan. Een ding is duidelijk: een socialer, gezonder, groener, en bovenal leuker dorp staat haar bewoners te wachten!

Bijlagen:

Nieuwsbrief
Deze website maakt gebruik van cookies voor het verzamelen van anonieme gebruikersstatistieken. Meer informatie